Artikel uit Cobouw, januari
2003
<terug naar de website van
de Stichting TIJD>
De eeuwige bouwput van Louis le Roy
MILDAM - Al ruim twintig jaar bouwt Louis le Roy aan zijn
eco-kathedraal. Helemaal in zijn uppie, stapelt hij bouwafval van
regionale aannemers met de hand tot een tempelachtig complex. De status
van dorpsgek is hij allang ontstegen, getuige recente publicaties en
een
prestigieuze prijs.
door Ad Tissink
Het lijkt de ideale
speelplaats, het drie hectare grote terrein aan de Yntzelaan in het
Friese Mildam. Een landje vol stenen die tot grillige bastions en
torens
zijn gestapeld en vervolgens zijn overwoekerd door planten en bomen.
Overal liggen stapels klinkers, stoeptegels, barriers, trottoirbanden
en ander bouwafval te wachten op een plekje in het geheimzinnige
bouwwerk. Een kind moet zich er urenlang kunnen verliezen in cowboy- of
riddergevechten. Het is echter bepaald geen kinderspel wat zich
voltrekt op het mysterieuze terrein. Voor de man achter het
opmerkelijke project, Louis Ie Roy, vormen ze de opmaat tot een heuse
eco-kathedraal. In zijn ogen is het nog slechts een reusachtige
maquette
van een bouwwerk dat in schaal 1 : 1 op een tienmaal zo groot terrein
tot een hoogte van wel 200 meter moet opklimmen. Terrasgewijs, dat wel,
want met de toegepaste stapeltechniek kun je niet recht de lucht in,
zoals bij een wolkenkrabber.
Maar dat wil Le Roy, opgeleid als kunstenaar, ook helemaal niet. Want
hij gruwelt van veel moderne bouwkunst en hun zielloze profeten: de
architecten. Hij weet waar over hij praat, want hij heeft decennialang
intensief met architecten samengewerkt in talloze
landschapsarchitectonische projecten die hij in verscheidene Europese
steden ter hand nam. Maar hij slaagde er toch nooit in zijn ideeën
helemaal te verwezenlijken. Na een tijdje waren de gemeentebesturen het
zat en joegen ze die onbenoembare bouwsels van die Hollandse
stenenstapelaar tegen de vlakte.
Op zijn eigen kavel in Mildam, die hij dertig jaar geleden voor een
zacht prijsje verwierf, hoeft hij zich van dergelijk gekrakeel niets
aan
te trekken en kan hij zijn eigen gang gaan. Gesteund door zijn
onafscheidelijke bondgenoot: de tijd. Want de eco-kathedraal zal op
zijn
vroegst in het jaar 3000 af zijn. Dat haalt de 78-jarige Le Roy
natuurlijk bij lange na niet, maar de vorig jaar opgerichte stichting Tijd, zal er voor waken
dat in elk geval de eerste jaren na zijn dood het werk wordt
voortgezet.
Le Roy leidt op dit moment zelf twee vrijwilligers op in de techniek
van het stenen stapelen.
Solide gefundeerd op
verbrijzelde betonplaten bouwt Louis Ie Roy zijn ecokathedraal in het
Friese gehucht Mildam. 25.000 ton bouwafval heeft hij al verwerkt tot
een bouwwerk dat architecten en kunstenaars een nieuwe weg moet wijzen.
Bouwen kan ie wel, die Le Roy. Want zijn woonhuis -een paar kilometer
van zijn experimentele bouwput in Mildam -heeft hij in de loop der tijd
compleet gestript en eigenhandig opnieuw opgebouwd. Ook op het terrein
van de eco-kathedraal bouwde hij een huis. Heel traditioneel met
bakstenen, cement, houten kozijnen en keramische pannen op het dak.
Helemaal volgens de regelen der kunst; daar kan geen aanne: mer wat op
afdingen. En dan doet Le Roy het ook nog eens zonder de hulp van
metseIprofielen of waterpas. Eenvoudigweg omdat hij die hulpIniddelen
volgens eigen zeggen niet nodig heeft. Compleet op het oog bouwt hij
een
muur over honderd meter kaarsrecht.
Maar daar gaat het hem bij zijn opus magnum, de eco-kathedraal,
helemaal niet om. In de natuur komen ook geen rechte lijnen voor. En
voor de natuur is in het bouwwerk nadrukkelijk een grote plek
ingeruimd.
Daarom ziet Le Roy ook af van cement of andere bindmiddelen, zodat
planten zich gemakkelijk in de voegen kunnen nestelen. Daardoor
aangetrokken nemen ook dieren graag bezit van het complex. Ze zijn meer
dan welkom bij Le Roy.
Principes
2500 tientonners met bouwafval zijn er de afgelopen twintig jaar
inlniddels leeggekieperd op het terrein in Mildam. En met de hand heeft
Le Roy al dat materiaal in de vorm gedwongen die hem voor ogen stond.
Voor zover hij een duidelijk plan had althans. Want hij liet zich ook
vaak leiden door de plek, het aangeleverde materiaal en hoe de natuur
op
zijn ingrepen reageerde.
Wat precies de principes zijn waardoor Le Roy zich laat sturen weet hij
niet helemaal duidelijk te maken in een meer dan twee uur durend
gesprek, maar helemaal van toeval hangt het ook weer niet af. Want op
sommige plaatsen wacht een muurtje aljaren op voltooiing, geeft hij
zelf
aan. "Ik wacht eenvoudigweg tot ik van een aannemer net die betonnen
barrier krijgt aangeleverd die ook bovenop de rest van het muurtje
prijkt. Ik ga er niet actief naar op zoek, maar zie wel of zo'n barrier
nog een keertje toevallig langskomt. Ik
heb de tijd." Maar elders heeft hij dat
geduld niet opgebracht en wordt de trottoirband- die drie hoekpunten
van
een toren markeert -aan een vierde kant vervangen door een stapeltje
stoeptegels. Het totale beeld wordt daar echter niet door verstoord. De
zelf bedachte inventieve verbanden waarmee Le Roy zijn barriers,
trottoirbanden, stoeptegels, straatklinkers en ander materiaal op
elkaar stapelt leveren een rustig beeld op, waarin afwijkingen niet
storen. Het bouwwerk ademt een aangename rust uit. Volgens sommige van
Le Roys aanhangers is het dezelfde rust die grote monumenten kenmerkt.
Die hoeven hun bestaansrecht niet meer te bewijzen met allerlei
!uidruchtige kunstgrepen. Die kwaliteit in Le Roys werk
wordt ook steeds vaker onderkend. Daarom kreeg hij drie jaar terug de
Oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunsten vormgeving en
Bouwkunst. Naar aanleiding van die prijs verscheen onlangs een fraai
boek bij NAi Publishers, getiteld, Louis Le Roy, Natuur cultuur fusie.
Zelf werkt Le Roy nog naarstig aan een boek dat over een paar maanden
moet verschijnen en luistert naar de titel Retourtje Mondriaan. In het
eerste hoofdstuk van de dummy die de stichting Tijd als promotie-0
materiaal verspreidt, beschrijft Le Roy in heldere, beeldende taal
anekdotes uit zijnjeugd. Verder belooft het vooral een aanklacht tegen
de moderne kunst te worden, blijkt uit het gesprek met de bouwer uit
Mildam. Zoals zijn bouwwerk een grote aanklacht is tegen de moderne
architectuur. Of Le Roy metzijn eco-kathedraal school zal maken, zoals
hij verwacht, lijkt onwaarschijnlijk. Daarvoor is zijn bouwmethode te
omslachtig en neemt ze te veel tijd in beslag. Hoe jammer ook; voor de
wereldhuisvestingsproblematiek biedt Le Roy met zijn eco-kathedraal
geen
oplossing. Een inspiratiebron zal hij zeker zijn voor nieuwe generaties
architecten en bouwers. Die zullen stukjes van zijn filosofie
incorporeren. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat hele massa's zijn
filosofie omhelzen, zoals de bouwmeester zelf denkt. Een inspiratiebron is hij nu in
feite ook al, gezien sommige lyrische beschrijvingen in de uitgave van
het NAi. "Ook aannemers staan vaak watertandend naar mij te kijken",
verzekert Le Roy tijdens het gesprek. "Dat is pas bouwen, vertrouwde
menigeen mij toe. Om vervolgens weer op de truck te stappen en te
koersen naar het zielloze bouwwerk waar ze aan bezig zijn en dat ook
nog
eens een aanslag doet op de natuurlijke hulpbronnen. Een heilloze weg",
besluit de bouwmeester misprijzend.