Kunsthistoricus, architect en filosoof Louis Guillaume Le Roy (geboren 31 oktober 1924) bouwt aan een ecokathedraal in het Friese dorpje Mildam bij zijn woonplaats Oranjewoud. Het is zijn levenswerk, waarmee hij de wereld wil laten zien wat één man kan: in dertig jaar van drie hectare weiland de weg naar een complex cultuurgebied banen, zonder cement, zonder machines. In juli en augustus (1998) is er een tentoonstelling gewijd aan zijn ideeën en werk in het Willem van Harenmuseum in Heerenveen. Le Roy zal zijn werk niet kunnen voltooien, weet hij nu al. Als er van generatie op generatie aan door wordt gewerkt zal zijn eco-kathedraal misschien in het jaar 3000 klaar zijn. "Een mens kan bergen werk verzetten als hij de tijd op oneindig zet."
Le Roy loopt over zijn land, zijn atelier. Dertig jaar geleden was het een stuk weiland. Nu is het een dichtbegroeid maar toch ordelijk cultuurgebied. Rijke planten- en bomengroei, smalle kronkelende bospaadjes, heuveltjes, vijvers en open plekken. Tussen het groen duikt een huis op waar Le Roy studenten alles vertelt over complexe systemen aan de hand van simpele voorwerpen. En dan verrijst zijn kathedraal in aanbouw. Tweehonderd vrachtwagens met elk tien ton bakstenen en puin heeft hij met de hand verwerkt. Terrassen, plateautjes, muurtjes straks in de zomer volop begroeid geven het aanzicht van ruďnes van tempels gebouwd door de Maya's, of van de resten van verdedigingswerken in het oude Athene.
Vanuit zijn werkkamer in zijn huis in Oranjewoud zien we zijn tuin. Wie de pracht ervan bewondert, krijgt meteen te horen dat tuinen Le Roy niet interesseren. De tuin van zijn buurman is zo'n voorbeeld van een eenvoudige organisatievorm, statisch en esthetisch ingedeeld. Hij veroordeelt het niet, maar zo'n tuin heeft niets met de natuur te maken. De wilde tuin van Le Roy kost geen uren grasmaaien en borders verzorgen, maar een levenlang wachten en kijken totdat de natuur antwoordt op de structuur die hij heeft aangeboden. In zijn leven kan hij misschien drie keer zo'n antwoord afwachten en verwerken. "Ik heb hier in de tuin dingen aan de gang gekregen, waarvan men zei: 'Dat kan nooit'. Ik doe niets. De planten liggen laag over laag, verdwijnen, en er komen de meest zeldzame exemplaren voor terug na dertig jaar wachten. We zitten hier en snappen er niets van. Het is gebeurd: het is een rustoord. Ik kijk en bewonder en zit in mijn stoel voor het raam. Ik schrijf de mensen die mij toen niet geloofden nog wel eens en vraag: kom dan kijken. In mijn tuin ligt het antwoord. Maar ze komen niet."
Een mens kan met natuurlijke processen niets doen tenzij hij de tijd op oneindig heeft gezet. De natuur vormt patronen, sommige zijn ordelijk in de ruimte, maar wanordelijk in de tijd. "Als je een hoge diversiteit aan planten uitzet en je laat er een lange tijd over heen gaan, dan zul je zien dat alle systemen op elkaar inwerken. Daar in die diepste schaduw is alles begroeid. De grote dovenetel kan een vloek zijn, alle tuinboeken zwijgen erover, maar ik heb gezien dat ze verdwijnen en ruimte geven aan andere systemen. Muskuskruid, speenkruid, ezelsoren, het groeit verder, dekt elkaar weer af. De grote woekeraars pikken de geboden ruimte meteen in, maar ze worden langzaam toch teruggedrongen. Kijk maar, hier ligt het bewijs. De lianen zouden anders het regenwoud toch hebben tegengehouden. De regenwouden staan er duizenden jaren, niemand weet hoe het begonnen is."
Le Roy zat van 1945 tot 1950 op de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, werd leraar aan het lyceum in Heerenveen en begon in 1964 al met de aanleg van een 'wildetuin' aan de Kennedylaan in Heerenveen. Hij ontving in 1971 een ereteken van de gemeente Heerenveen, in 1972 de Zilveren Anjer van het Prins Berhardfonds, schreef in 1973 een boek 'Natuur uitschakelen, natuur inschakelen' en werkte van 1975 tot 1994 op een architectenbureau in Rolde. In 1980 werd hij erelid van Semiferox, een vereniging onder voorzitterschap van Konrad Lorentz van de universiteit in Wenen die zich bezig houdt met het in stand houden en oprichten van half-wilde en natuurlijke systemen. In 1988 werd hij Professor honoris causa aan de Corolina Universiteit in het Duitse Braunschweig en in 1989 nam hij deel aan een expositie in het Grand Palais in Parijs waar zijn eco-kathedraal internationale bekendheid kreeg. Tot nu toe geeft Louis Guillaume Le Roy voordrachten en colleges in heel Europa.
levenswerk
Zijn eco-kathedraal in Mildam zal misschien in het jaar 3000 zijn voltooid, als er tenminste van generatie op generatie, een ieder op zijn eigen wijze, aan wordt gewerkt. Hij heeft de Stichting Tijd in oprichting om zijn opvolging te garanderen. Alles wat er tot het jaar 3000 gebeurt is een deel van het proces. De toren van zeven meter zal tenslotte 250 meter hoog worden. Er zijn geen bouwtekeningen, geen planologische processen, geen waterpas of machines aan te pas gekomen. Hij maait het grasveld op het terrein nooit en toch ziet het er goed uit. Al twaalf jaar lang storten de tientonners bakstenen en puin op zijn terrein. Vijfentwintig miljoen kilo steen als fundament onder de paden of bouwwerken, steen voor steen met de hand massief op elkaar gestapeld. "Ik ben nu 72 jaar en sta tien uur per dag te werken. Een vrachtwagen vol heb ik in zes uur verwerkt. Ik had een slechte rug, maar ik heb er nooit meer last van. Niemand snapt hoe ik het voor elkaar krijg. Ik weet het eindresultaat niet, ik werk er tot aan mijn dood aan en hoop dat een ander het daarna oppikt."
"Wij zitten in het tijdperk van het individu. De wereld is opgebouwd uit een groot aantal elementen, naast elkaar. Alles moet snel klaar. Het stedelijk milieu is statisch. Parken en bouwwerken bieden de mens geen kans meer hun creatieve energie in te zetten. Ze dolen als stupide apen in pretparken of hangen voor de tv. Toen de planologen hun steden maakten, zijn de mensen buiten de stadspoorten gezet en toen alles kant en klaar was, mochten ze terugkomen. Ze mochten nog de kleur van de tegeltjes in de keukens en de badkamers kiezen en dat was de inspraak. De mens participeert niet meer, de plannenmakers tolereren de mens als toeschouwer. De tijd als oneindig begrip is buitenspel gezet. We durven niet eens aan het jaar 2005 te denken. Dat heeft niets met mijn filosofie van de complexiteit te maken. Dat is een zo veelomvattend begrip, er is geen mens die de grenzen ervan kan aangeven."
Zijn denkbeelden zijn opgebouwd uit bouwstenen van vele wetenschappen samen. Chemicus en Nobelprijswinnaar Ilya Prigogine, wiens boeken nu in de ramsj liggen, is zijn leidraad. Over de theorie van de chaos, die een nieuwe Renaissance, een wetenschappelijke revolutie zou ontketenen, buigen kopstukken van de Sante Fé universiteit in Californie zich al jaren. Le Roy brengt de theorie in de praktijk. "Ik ben geen dromer, geen groene man, maar ik ben een pragmatisch filosoof" zegt hij nadrukkelijk. Zijn overtuiging duldt aanvankelijk geen domme tegenspraak, maar gaandeweg laat Le Roy steeds meer zien van zijn onzekerheden, teleurstellingen en woede. Hij toont zich de kunstenaar die graag uitlegt en op iedere vraag uitvoerig ingaat, ook al zegt hij meer dan eens, dat hij doodmoe wordt van dit soort gesprekken.
Hij had in vele steden projecten: wilde tuinen die hij met de inzet van de vrije energie, de vrije tijd van omwonenden, had willen laten ontwikkelen. In Groningen, Heerenveen, maar ook in Parijs, Leipzig, Hamburg, 0ldenburg en Bremen had hij stukken grond. Aanvankelijk waren de autoriteiten enthousiast, maar toen het enthousiasme van buurtbewoners wat al te groot werd, moest Le Roy het veld ruimen. In Groningen vroegen andere wijkbewoners ook om 'zo'n stuk land waarop ze hun creativiteit konden botvieren'. Toen greep de wethouder in en zei volgens Le Roy de legendarische woorden: 'U begrijpt, meneer Le Roy, dat kunnen we niet tolereren'. "De Heidemij moest er voor miljoenen aan het werk en ik deed het voor niets, de buurt had er nog plezier in ook." In Heerenveen aan de Kennedylaan, een kilometer lange strook tussen twee verkeerswegen, klaagden buurtbewoners over de twee meter hoge bereklauwen en automobilisten over het groen dat hun uitzicht belemmerde. De plantsoenendienst ging zich ermee bemoeien, de bermen moesten schoon blijven voor de verkeersveiligheid. Le Roy's filosofie in de praktijk gebracht ging ook daar aan diggelen.
Nu is Mildam nog het enige plekje op de wereld waar hij kan laten zien wat de natuur doet als de mens geen haast heeft direct resultaten te zien. "Ik heb nu een gebied, dat meer dan zeventien miljoen gulden waard is, met mijn eigen handen opgebouwd. Als je alles wat er staat naast elkaar zou zetten, dan heb je vijf voetbalvelden nodig. Ik heb maar drie ha nodig. Hoe complexer je werkt, hoe minder ruimte je nodig hebt. Er komen maandelijks duizend bezoekers uit alle delen van de wereld. De Fransen hebben Mildam geclassificeerd als een van de zeventien grote projecten ter wereld. Ik kan nu aantonen dat ik met tienduizend mensen binnen twaalf jaar dertigduizend hectare grond volledig kan bewerken. De politiek wil de dure grond niet geven."
Buitenstaander
"Ik ben niet kwaad, niet getroffen, ik ben een buitenstaander en kijk naar de dingen. Ik kan niet accepteren dat mijn politieke vrienden roepen, dat de mensen niets kunnen en onmondig zijn. Kijk dan wat ze in Groningen maakten: een gebied met windmolens, kinderboerderij en andere bouwsels. Dat is de omgekeerde organisatie van wat men nu gewend is. Je kan de stad een enorme impuls geven. Elke stad kan van afvalmateriaal van stratenmakers een enorme kathedraal bouwen. Maar alles moest weg toen de investeerders kwamen met hun miljoenen. Ze zagen in mij een concurrent en riepen: opgesodemieterd."
"De politiek zou het land moeten besturen met verschillende economische systemen. De inzet van de vrije energie van velen, die nu werkeloos aan de kant staan te kijken, zou een van de systemen kunnen vormen. We hebben nu een open economisch systeem gebaseerd op concurrentie. In Rusland was maar één systeem, dat in elkaar donderde en er was niets over, terwijl daar zoveel verschillende volkeren wonen met hun eigen culturen. We produceren afval, maken chaos en proberen de natuur te beschermen door natuurparken aan te leggen. De natuur heeft een gesloten systeem, waarin alles wat je aanbiedt wordt verwerkt. Ik heb niets tegen ons systeem, maar met aanvullende systemen zouden we een volwaardiger cultuur kunnen maken en kunnen miljoenen mensen participeren in de ontwikkeling van hun eigen cultuur, zoals ze dat in de oudheid deden."
"Kijk hoe de grote bouwwerken uit de Renaissance, de Barok in Europese steden zijn ontstaan. Je combineert de ecologie als proces met de creatieve potentie van mensen die in de kathedraal zichtbaar wordt. Wat máken wij nu nog? Is er nog een genie zoals de achttiende eeuwse Spaanse grootmeester Goya die tweeduizend kunstwerken en etsen naliet? Kunst wordt nu bekeken als een soort kermisattractie. Een tekening van Van Gogh is meteen een half miljoen gulden waard. Zijn ze nu gék? Het is gewoon een studie, een tekeningetje. De verzamelaars maken er geld van. Ik had tekenles van Paul Citroen die zei dat mijn schilderijen veel geld zouden opleveren. Mijn werk gaat na mijn dood allemaal de kachel in."
"De producten van kunstenaars zijn allemaal een begin van een ontwikkeling van een complex systeem. Alle kunst is een beginvorm. De kunstenaar is een katalysator binnen zijn gemeenschap. Wij noemen nu alles kunst. Iemand zet twee roestige palen tegen elkaar en het is kunst. Ben je nu helemaal gek geworden, zeg ik dan tegen die kunstenaar, jij kan veel meer. Nu is het niets en dood. Mondriaan is nul. Ik schrijf een boek Retour Mondriaan, zijn organisatievorm is zo simpel dat er nooit een complexiteit uit voort kan komen. Het is de waanzin van de abstractie. De natuur is nooit simpel. Ga maar terug naar de laagste materievorm: alles is hoogst complex."
Expositie
In het Heerenveense museum Willem van Haren is van 13 juli tot en met 25 augustus (1998..) een tentoonstelling ingericht met het werk van Louis Guillaume le Roy onder de titel: 'Complex, complexer, complexst'. Foto's, detailopnamen van zijn collectie gekleurd glaswerk, een schilderij van 120 vierkante meter opgebouwd uit panelen van 1.25 bij 1.25 en een videoband over de eco-kathedraal met een uitwerking van Le Roy's basisideeën. "Ik ben begonnen met die vazen. Mijn vrouw vond ze eerst lelijk, maar nu ze het totaal ziet, koopt ze de vazen zelf voor me. Zoveel glaswerk bij elkaar is fascinerend. Ik schilder onderdelen en ook de samenhang, terwijl ik er tussen sta. Ik bekijk ze vanaf zeventig standpunten. Ik draai me om en zie weer andere vormen en kleuren. Het is een nieuwe manier van schilderen. Elk gekleurd glaswerkje is een onderdeel van een gigantisch systeem. Zo voel ik me ook."