Recensie van Maurtis in 't Veld over het boek Beschleunigungen van Hartmut Rosa <terug
naar website www.stichtingtijd.nl>
Speeddate, fast food, power nap, soundbite, mulitasken, HSL
Versnelling als sociologisch verschijnsel en als uitdaging Door Maurits In ’t Veld
Volgens de Duitse socioloog prof. Hartmut (what’s in a name?) Rosa bestaat de moderne tijd in zijn kern uit versnelling. Alles moet en zal sneller. Maar dit leidt tot ongewenste gevolgen: tijdsdruk, tijdnood, het “niet meer kunnen bijbenen”, “ingehaald worden” en uiteindelijk tot files en depressiviteit. Kunnen we er iets aan doen? Misschien – maar alleen als we het begrijpen. Rosa’s omvattende studie geeft als geen ander een diagnose van het proces.
Paradoxen
Als het om versnelling gaat, tuimel je van de ene paradox in de andere. Zo is er die van de razende stilstand: doordat mensen sneller willen gaan, volgt stilstand. Drie voorbeelden: files op de snelweg, de huidige economische crisis als gevolg van de jacht op het snelle geld en depressiviteit als gevolg van het teveel willen in te korte tijd. De stilstand die zo ontstaat, schaadt ook diegenen die niet meededen met de jacht of jachtigheid. Wall Street schaadt Main Street, net zoals Main Street overigens ook heeft geprofiteerd van Wall Street.
Een andere paradox betreft het tijdsparen. Je kunt tijd niet ergens vastleggen voor later, je geeft de tijd vorm door je leven. Als we een opgave sneller leren doen met behulp van apparatuur, blijkt dat we de “gespaarde” tijd aan meer van hetzelfde besteden. We kunnen sneller reizen maar de reistijd vermindert niet, we gaan verder van ons werk wonen of reizen vaker.
Een derde paradox betreft de evenredigheid van vrije tijd en tijdsdruk. In dezelfde periode dat onze vrije tijd enorm toenam (vanaf ongeveer 1965) is ons subjectieve gevoel van tijdsdruk toegenomen.
Een vierde paradox ligt in het streven dat ons bezielt: iedereen wil oud worden en niemand wil oud zijn, we willen oneindig veel meemaken zonder tijd te nemen om dat te verwerken. Levenservaring staat niet in hoog aanzien.
Paradoxen wijzen altijd op levensfenomenen die doorgrond moeten worden. De rijkdom aan tijdsparadoxen geeft aan dat hier werk te doen is. Veel mensen gingen Rosa natuurlijk voor, bijv. in de literatuur Michael Ende, Momo en de tijdspaarders, in de geschiedwetenschap Philipp Blom, De duizelingwekkende jaren, en in de sociologie mensen als Weber, Dürckheim, Marx, Virilio en Illich. Maar Rosa waagt op hun schouders en met hulp van veel empirisch cijfermateriaal, als eerste een overzicht en diepte-analyse. Misschien was nu de tijd pas rijp?
Wat is er aan de hand?
Rosa onderscheidt drie terreinen waarin de versnelling plaatsvindt. Deze drie zijn niet tot elkaar te herleiden. De technische versnelling omvat de transport- en communicatierevolutie. Dankzij de eerste kom ik sneller op een andere plaats in de wereld, dankzij de tweede (vooral het internet) komt iets uit die wereld sneller bij mij.
De sociale veranderings-versnelling zorgt ervoor dat mijn kennis steeds sneller veroudert. Dit gaat over vakkennis maar ook over mijn inzicht in de sociale wereld om mij heen. Niets blijft op zijn plaats, modes en stijlen volgen elkaar steeds sneller op, mensen wisselen van adres, bank, energieleverancier, partner, beroep… “Gegenwartsschrumpfung” noemt Rosa dit met een term van Hermann Lübbe: het slinken van de tegenwoordige tijd.
Tenslotte is er de beleving van het hogere levenstempo. Hier geldt de “tirannie van het ogenblik”. Op dit moment kan er veel en dus wil ik veel (angst om iets te missen) of moet ik veel (aanpassingsdwang). We willen zoveel mogelijk opties openhouden, we willen een fan-tas-tisch leven leiden, met carrière en gezin en bijzondere hobby’s en jaarlijks enkele verre vakanties… want anders lééf je niet, toch? Daarom doen we aan speeddaten, multitasken, vullen we ons lichaam met fastfood en snacks en onze pauzes met nieuwe activiteiten.
Deze drie versnellingen (technisch, sociaal en psychisch) versterken elkaar. We doen het onszelf en de ander aan, we willen het en we moeten het.
Televisie en depressie
Rosa ruimt wat extra plaats in voor televisie en depressiviteit. Over de eerste zegt hij: volwassen besteden er gemiddeld 40% van hun vrije tijd aan en geven meestal aan dat ze die tijd achteraf verkwist vinden. Waarom kijken ze dan toch? Omdat de dingen die werkelijk vervulling bieden (een taal leren, een goed boek lezen, muziek maken) vaak eerst inspanning vragen en daarna belonen. Doordat we ons gehaast voelen, gunnen we ons de tijd voor die inspanning vaak niet. De tv biedt zolang je kijkt een gevoel van vervulling maar zodra het ding uitstaat, voel je dat het nep was. Uit de macht der gewoonte echter wordt tv-kijken een steeds aantrekkelijker alternatief op de zaken die we zeggen werkelijk belangrijk te vinden en waar we niet meer aan toe komen. Zo zijn we gevangen in een vicieuze cirkel waaruit we alleen kunnen ontsnappen als we ons afvragen of we het zo wel willen.
De depressie, waaronder we ook overspannenheid en burn-out mogen rekenen, is volgens Rosa de pathologie van onze tijd. Mensen stagneren in hun functioneren omdat ze innerlijk niet meekwamen in een levenstempo dat ze zichzelf lieten opleggen. Er is sprake van desynchronisatie: iemand valt uit de stroom van de tijd, alles wordt grijs en star. Het herstel begint in een beschutte ruimte en daarna moet iemand anders leren omgaan met de tijd.
Wat is er aan te doen?
Dit leidt tot onwenselijke toestanden. We leven steeds minder zoals we eigenlijk willen. We voeden een generatie op die hyveskennissen “vrienden” noemt en identiteit meent te kunnen aan- en uittrekken als een kledingsstuk. Inwisselbaarheid brengt een kortstondige opwinding maar leidt uiteindelijk tot onverschilligheid en zinloosheid.
De politiek kan het allemaal niet meer bijbenen. Voor visie is geen plaats, besturen lijkt niet meer in te houden dan paniekvoetbal, reageren op steeds nieuwe feiten die al zijn achterhaald als je een beleidsvoorstel doet.
Wat kunnen we eraan doen? Je kunt “tijdseilanden “ creëren waar je vrij bent van tijdsdruk: lekker mediteren in de bossen. Maar dat is ten eerste een particulier paradijs, geen structureel oplossing voor de samenleving. Ten tweede, zegt Rosa, staan zulke eilanden steeds meer onder druk. Bovendien kun je je vaak pas vroeg terugtrekken uit het arbeidsproces als je eerst extra hard werkt voor een goed pensioen. Dan heb je dus eigenlijk bijgedragen aan de acceleratie die je vervolgens ontloopt.
Een structurele oplossing begint bij het inzicht dat onvrijheid voortkomt uit onvrijheid. De tijdsdruk ontstaat door andere onvrijheden. Belangrijk zijn er twee: aanpassingsdwang en de angst om niets te missen. Die ontstaan weer uit de natuurlijke behoefte om “iemand te zijn”, om mee te tellen. Dat vereist constante ontwikkeling en geld verdienen, en omdat de anderen kennelijk meer doen, moet ik ook. We houden hier dus elkaar in de greep. Kunnen we samen deze hogesnelheidstrein stoppen? Rosa is daar pessimistisch over en “Kopenhagen” liet inderdaad zien dat we gemeenschappelijke opgaven (nog) niet kunnen oplossen, zelfs niet als het probleem evident is.
Rosa ziet als eerste stap dat we overal waar het kan, de concurrentielogica uitbannen omdat die de ademloosheid enorm aanvuurt (“de concurrent slaapt nooit!”). Ik denk dat hij daarin gelijk heeft. Er zijn gebieden waar concurrentie schadelijk werkt, zoals het onderwijs. Het Bolognaproces, dat concurrentie in het Europees hoger onderwijs centraal stelt, moet worden gestopt en we moeten het onderwijs overlaten aan zijn inhoudelijke eigen dynamiek. Ook de gedachteloze liberalisering en privatisering van gemeenschappelijke voorzieningen moet worden teruggedraaid en wel op Europees niveau. Daarmee wordt de gemiddelde burger vrij van de dwang om elk jaar allerlei aanbiedingen te onderzoeken van providers en energieaanbieders en dergelijke. Want ben ik gelukkiger geworden van zoveel keuzes?
Rosa denkt dat alleen een culturele revolutie hier zou kunnen helpen maar ziet niet wie of hoe dat zou moeten, tenzij via de ongewenste wegen van fundamentalisme en dictatuur. Juist nu we op het toppunt van onze mogelijkheden staan, hebben we geen ideeën meer, zegt hij. Is dat zo? Misschien weten we al meer dan we denken.
Van desynchronisatie tot synchronisatie
Als desynchronisatie het probleem is, zou een deel van de oplossing kunnen liggen in synchronisatie, het bewust zoeken van samen-tijd. Dat begint met je eigen leven. Kan ik tegenover de toenemende fragmentarisatie zo “met mijzelf leven” dat ik zin ontdek en aanbreng in wat ik doe en wat mij overkomt? We weten van Antonovski dat die beleving van zin onontbeerlijk is voor een mens. Kan ik stille momenten scheppen om op adem te komen? Dan moet ik soms door een vervelingsfase heen om weer te voelen wat echt belangrijk is. Als ik mijn kinderen die “weg naar binnen” kan leren, geef ik ze echt iets mee voor later.
Vervolgens brengen we synchroniteit aan in het gezin. Ook met twee werkende ouders en allerlei sporten en BSO’s kun je ervoor kiezen om ritme, rust en regelmaat aan te brengen. Als de ouders ruimte scheppen waarin de gezinsleden geregeld aandacht kunnen hebben voor elkaar (samen eten, spelletjes doen, wandelen) ontstaat er een krachtbron die de hectiek op andere momenten dragelijker maakt. Let op: het gaat niet om “contact”, dat kan ook via een beeldscherm en verhoogt vaak de hectiek. Het gaat om menselijke aandacht in real time en real place: die doet wonderen. Volgens mij bedoelde onze koningin dat te zeggen in haar Kersttoespraak.
Ook in het werk is synchroniteit mogelijk. Managementgoeroes als Senge en Jaworski wijzen erop dat ieder mens kan werken aan een rustige, aandachtige, open aanwezigheid (“presentie”). Je moet dan de ander niet als vijand zien en over allerlei angsten, ijdelheden en egoïstische motieven heen gegroeid zijn. Want zoals onvrijheid leidt tot onvrijheid, leidt vrijheid tot vrijheid.
Presentie leidt tot meer authenticiteit, tegenover Horváths amusante uitspraak “Ik ben eigenlijk heel anders - maar ik kom daar zo zelden aan toe.” De behoefte “ïemand te zijn” is heel begrijpelijk, alleen kunnen we culturele gewoontes ontwikkelen die mensen vertellen hoe je dat doet in onze tijd en wat de valkuilen zijn. Identiteit is geen spel met maskers, het is een eerlijk verhaal over de grote lijnen van je leven, over kansen, tegenslagen, ervaringen. Identiteit is zoeken naar coherentie en kunnen leven met het tegendeel daarvan. Nee, je hoeft niet de foto’s te laten zien, het hoeft niet te worden geblogd. Je hoeft geen indruk te maken, liever een tastend, eerlijk verhaal, zoals in de Amerikaanse radioserie StoryCorps, waarin mensen elkaar interviewen over hun leven.
Presentie brengt zowel mijzelf als de ander dichter bij onze stille kern van idealen en creativiteit. Er ontstaat de ervaring van flow en die leidt, zoals Jaworski beschreef, weer tot synchroniciteit (Jung): dingen die we echt willen, gaan vanzelf maar op een andere manier dan we dachten, je komt de mensen tegen die je nodig hebt en een onbekende zegt ineens iets waar je al zolang naar zocht.
Vanuit presentie ontstaan nieuwe sociale samenhangen en misschien wel bedrijven. De sociale verbanden die vroeger traditiebepaald waren, komen dan meer en meer voort uit bewuste keuzes en dus uit vrijheid. Je kunt dit dus niet bij wet invoeren. Een culturele verandering heeft dat ook niet nodig. Zij komt tot stand als mensen dit beoefenen. Hun toenemende vrijheid werkt aanstekelijk, helemaal als ze het naar de jongeren die ze kennen ook als zodanig benoemen.
Identiteit heeft te maken met tijd, met een duur beleven door de tijd heen. Rosa onderscheidt wat dat betreft drie tijden waartoe wij een verhouding moeten vinden:
De eigen levenstijd, de levensfase waarin wij ons bevinden, met de voorafgaande jaren en de toekomst die wij voor ons zien;
De huidige cultuur van de samenleving, die we bedoelen als we zeggen “je moet met je tijd meegaan”;
De geschiedenis van de mensheid, waarvan wij het meest recente hoofdstuk schrijven. Zoals Goethe zei: Wer nicht von drietausend Jahre / Sich weiss Rechenschaft zu geben,/ Bleib’ im Dunkeln, unerfahren,/ Muss von Tag zu Tage leben.
Wie zich afvraagt wie hij is, vertelt pas een compleet verhaal als hij elk niveau “bezet”. Vergelijk het met een symfonie. Die heeft verschillende delen en het is niet altijd duidelijk welke samenhang ze onderling hebben. Maar je moet ze als musicus wel zo spelen dat er een samenhang is. Dat is juist de kunst, daarin druk je je ervaring uit.
Conclusie
Versnelling als sociologisch proces is de kern van de groeiende sociale en psychische problemen van vervreemding. Maar iedere onvrijheid roept ons op om onze vrijheid te heroveren. Versnelling is dus óók de uitdaging om, dieper dan onze ouders en grootouders dat hoefden, ons af te vragen: van welke angst en dwang moet ik afstand doen om, zonder constante ademnood, samen met de mensen om mij heen vanuit enthousiasme een gezond leven te leiden? Elk aandachtsmoment is er al een.
H. Rosa, Beschleunigung. Die Veränderung der Zeitstrukturen in der Moderne (Frankfurt aM., 2005)
Drs. M. In ’t Veld (1966) is filosoof en vader van vier kinderen tussen 5 en 15 jaar. Hij werkt als leraar geschiedenis en afdelingshoofd VWO in het voortgezet onderwijs.