artikel uit Panorama #10 2004
<terug naar  website www.stichtingtijd.nl>


Louis' luchtkasteel

De Friese kathedraal van Le Roy (79) moet 200 meter hoog worden!
 
Door: Aad Wagenaar

Je kunt zeggen dat hij met propjes naar de maan schiet, dat ie een luchtfietser is, een bouwer van droomkastelen.. Mar dan wel één met daadkracht. Met een koevoet en een hamer als gereedschap en oude klinkers en rioolbuizen als bouwstenen werkt Louis gestaag voort aan zijn ecokathedraal bij Mildam.

Nee, zegt de man met de alpinopet, interviews geven, dat doet hij niet. Want zijn verhalen duren urenlang en daar heeft hij de tijd niet meer voor. Hij is bijna 80 en heeft nog veel te doen. "Dus ga jij maar een boek van mij kopen," zegt hij, "en stop je kop er heel diep in. Dan heb je voldoende informaties om wel twintig Panorama's vol te schrijven. Zo, dan ga ik nu  weer verder met de bouw."

Hij heet Louis Ie Roy en staat naast een berg van tegels en straatklinkers die net iets boven het plateau uit reikt waarop hij deze herfstmorgen, als elke morgen, aan het werk is. In zijn ene hand heeft hij een breekijzer, in de andere een rubberen hamer. De door hem gebouwde massieve stenen verhoging, 20. bij 40 meter en 3 meter hoog, staat aan het begin van een bos dat qua veelsoortigheid van boom en struik in Nederland zijn weerga niet heeft- Die flora is echter niet het enige wat het bos uniek maakt. Het staat ook nog vol met onaards en betekenisloos uitziende stenen bouwwerken. Muren, torens, gangen, wallen, sommige 10 meter hoog. Ze vormen een landschap dat de ene bezoeker als sprookjesachtig beleeft en de andere griezelig en spookachtig vindt. Het zijn de fundamenten van de ecokathedraal die Louis Ie Roy aan het bouwen is
.ecokathedraal

We zijn in Mildam, een gehucht dat een kilometer of vier ten oosten van Heerenveen ligt. Hier, op een stuk land dat eens Friese weidegrond was, bevindt zich al bijna veertig jaar Nederlands langst lopende bouwwerk. En het is voorlopig nog niet klaar. Louis Ie Roy heeft het over het jaar 3000; misschien dat de mensheid dan voltooid heeft wat hij midden jaren zestig van de twintigste eeuw is begonnen.
"De ecokathedraal is een bouwwerk dat in samenwerking met de natuur zal ontstaan," zal hij later zeggen. "De meeste bezoekers vinden het hier op het eerste gezicht een rotzooi. Maar wie goed kijkt krijgt in de gaten dat ik héél bewust en zeer systematisch een netwerk van basiselementen aan het scheppen ben. Dit is het begin en alles wordt steeds overbouwd, eindeloos. Ook de planten gaan er overheen, dat gaat altijd door. Het is het enige project ter wereld dat tot het jaar 3000 duurt. Deze hele manier van bouwen heeft de wereld trouwens nog nooit gezien."

Men moet niet denken dat er aan Louis Ie Royeen steekje los is. Dat hij een luchtfietser is en een bouwer van droomkastelen. Zeker niet. Louis Ie Roy is een alom gerespecteerd beeldend kunstenaar en architect en winnaar van vele vakprijzen. Hij heeft boeken geschreven en totdat hij het enkele jaren geleden zat werd, was hij een gevierd spreker op wetenschappelijke congressen. Aan de universiteit van de Duitse stad Braunschweig heeft men hem in de jaren tachtig zelfs tot professor honoris causa geslagen, een ereprofessoraat.
Geen fantast en zwever, deze Louis Ie Roy, wel één van Gods rare kostgangers en als zodanig het koesteren waard. Het zout in  de pap van de mensheid. "Ik doe misschien wat blafferig tegen je," zegt hij, "maar je zult moeten toegeven dat ik heel onderhóudend blaffen kan. En waarom blaf ik eigenlijk? Omdat in alle yerhalen over mij steeds maar weer verkeerde dingen worden gezegd en geschreven. Hoewel als excuus daarvoor ook gelden mag dat het zo ontzettend moeilijk te snappen is wat hier gebeurt. Een professor uit Oostenrijk komt hier al twintig jaar en die zei mij de laatste keer: Eindelijk begin ik door te krijgen wat hier gaande is.  Die begreep dat mijn eco-kathedraal een eindeloos verhaal in
de tijd en de cultuur is."
Terwijl Louis Ie Roy het allemaal zegt, is het alweer een halfuur geleden dat hij een interview zo pertinent afwees. Maar daarna heeft hij zijn mond nog geen moment gehouden, prees hij de journalist herhaaldelijk om zijn weigering heen te gaan en leidde hij hem uiteindelijk persoonlijk het bos van de eco-kathedraal in. Dagelijks is Le Roy hier aan het werk, de ene steen op de andere stapelend tot massieve bouwwerken.
Hij heeft zijn 3 hectare land in 1963 gekocht. Weidegrond was het, die hij willekeurig beplantte met struiken en jonge boompjes, waartussen hij lukraak handenvol zaad gooide. Zoveel jaren later slingeren er smalle paadjes door een prachtig bos van elzen, hazelaars, esdoorns en haagbeuken. De bomen rijzen op uit een dicht gewas van varens, dovenetels, rododendrons, brem en legio klein spul zoals Louis Ie Roy dicteert en ziet toe dat we het netjes opschrijven -; speenkruid, vrouwenmantel, boerenwormkruid, levermossen, wilde clematis, hondsdraf, wolfspoot, vogelmelk en Spaanse bergplantjes. Het bos doet beurtelings feeëriek en tamelijk huiveringwekkend aan met de terrassen, wallen en torens die tussen de bomen opdoemen. Soms komen er manshoge kolommen omhoog uit de dikke bladeren- laag op de bodem of voert het pad door een rechthoek van mosbegroeide stenen balken, waar het lijkt of we in de opgraving van een mysterieuze oude beschaving zijn. Dan weer rijzen de terrassen tot 5 meter boven de struiken uit en zijn ze, als onneembare vestigingen, afgezet met massieve vierkante torens van 10 meter hoog.
Alles wat hier staat is gebouwd van bakstenen, stoeptegels, betonplaten, trottoirbanden, stukken muur en ander stevig stenen spul. Eerst grabbelde Le Roy dat zelf hier en daar bij elkaar, maar in 1983 vroeg hij in Heerenveen of hij voortaan het afval van Gemeentewerken mocht hebben, het restmateriaal van de stratenmakers en wegenbouwers en wat er vrijkomt. bij de sloop van gemeentelijke gebouwen. Alles was Le Roy welkom: klinkers, keien, gebroken stenen, rioolputten, rioolbuizen, kom maar op! En zo is het gekomen dat nu al bijna twintigjaar bijna wekelijks een of twee vrachtwagens in Mildam het land van de ecokathedraal oprijden en er steeds zo'n zes ton bouwafval neerkieperen. Men bracht Le Roy op een dag zelfs de complete fundering van de afgebroken stadsgevangenis van Heerenveen. Hij schat dat hij in al die jaren zo'n 25.000 ton bouwmateriaal voor zijn ecokathedraal heeft gekregen. Voor niets.

Louis Ie Roy is in Amsterdam geboren en in Den Haag op de kunstacademie geweest. Om zich een basisinkomen te verschaffen verhuisde de kunstschilder in de jaren vijftig naar Heerenveen, waar hij tekenleraar werd aan een middelbare school. Hij ging er ook een kleine praktijk als landschapsarchitect bijdoen, daarin de filosofie volgend van plant en zaai maar raak, laat alles ongestoord groeien en bloeien en dan komt 't vanzelf wel goed. In de jaren zeventig waren Le Roys wilde tuinen zeer in trek, tot in de hoofdstad en het trendgevoelige Gooi toe. In Heerenveen kreeg hij in die tijd opdracht om in het centrum een strook grond van anderhalve kilometer lang en 15 meter breed tot bijzonder stadsplantsoen in te richten. Het werd een langgerekte wilde tuin met wel 2000 plantensoorten, die Le Roy het ereburgerschap van de stad bezorgde. Het plantsoen heeft de eeuwigheid echter niet gehaald. Met name de berenklauwen grepen zodanig om zich heen dat het Heerenveense verkeer er bijna niet meer langs kon. De gemeente is toen toch maar gaan snoeien en maaien. Le Roy boos, sommige omwonenden daarentegen bIij; het had nu lang genoeg geduurd met al dat onkruid voor hun neus.
De bouwmeester duwt met zijn koevoet de struiken opzij en wijst op weer zo'n buitenaards uitziend plateau met torens. "Kijk," zegt hij, "dat alles wordt op de millimeter gebouwd zonder dat ik. er één korrel cement bij gebruik. Die torens daar heb ik tien jaar geleden neergezet en die blijven duizend jaar staan. Die zullen nooit omvallen, wat gewone kerktorens op den duur wel doen."
Zijn ecokathedraal wordt misschien wel 200 meter hoog, denkt Louis Ie Roy. Het hangt af van de inzet van de lui die na zijn dood de bouwovernemen. Daarvoor is de Stichting Tijd opgericht, waaraan Le Roy zijn land en bouwwerken reeds heeft vermaakt. Als zijn volgelingen er met net zoveel plezier en geloof tegenaan gaan als hijzelf, wordt die 200 meter hoogte best gehaald. Want complexe systemen zoals hier in het Mildamse bos in ontwikkeling, zijn immers onbegrensd. De kathedralen waarop we in Europa zo fier zijn, konden niet hoger dan 45 meter. "Nog iets erbij en de boel zou in mekaar donderen," schampert Le Roy. "Dat kwam doordat ze de kruisvorm als basis gebruikten en het een ruimtelijk bouwwerk was. Mijn ecokathedraal echter heeft een massief bouwsysteem. Dat pasten de Khmers in Cambodja ook toe. Hun tempels zijn vaak wel 80 meter hoog, ga zelf maar kijken."


Wat we bij Le Roys project zien, dat samengaan van het wilde bos en de bouwwerken, zorgt overigens nog alleen maar voor het fundament van de ecokathe- draal, zo benadrukt qe bouwmeester. Hij kijkt een beetje verstbord als hij hoort dat wij niet echt een beeld voor ogen krijgen van wat het eigenlijk worden moet. "De mensen die in de Middeleeuwen de fundering van een kathedraallegden, zagen óók niks," zegt de bouwmeester. "Een hoog complex systeem kun je namelijk vrijwel niet tekenen; die kathedralen hebben zich in de loop van vele jaren gewoon gevuld. Daar kon je geen plan voor maken. Vandaar dat al die kathedralen zo verschillend zijn."
Louis Le Roy geeft zijn gast een por en legt dan een hand op zijn schouder. "Luister," zegt hij, "ik zet een groot ding op dat uiteindelijk door duizenden mensen wordt gemaakt en Le Roy is er het fundament van. Niet meer. Uiteindelijk zal mijn ecokathedraal 200 meter hoog worden en 60 hectare land beslaan. Maar dat heeft niet hier plaats. Deze ecokathedraal gaat de wereld in. Hier in het bos heb ik alleen de studieplaats gemaakt, om uit te vinden hoe het moet. En als we dat weten wordt misschien de hele wereld wel een complex van ecokathedralen in een eindeloos bouwproces van 1000 jaar. En ach, mijn jongen, probeer het eigenlijk maar niet te snappen, want de architect snapt het zelf ook niet."

"Pyramidebouwers waren dom"
Alles in het bos van de ecokathedraal is met de handen gebouwd. Louis le Roy zegt trots dat nergens een machine aan te pas is gekomen, Het enige gereedschap van de bouwmeester zijn een koevoet en een rubberen hamer, Als hij heel zware, voor de mens ontilbare brokken steen wil verplaatsen, wrikt hij er met zijn koevoet gewoon een pvc-buisje onder en rolt hi}ze naar hun plaats. Zo deden ze dat in Egypte ook bij de bouw van piramides, zo meent Panorama's verslaggever snugger te moeten opmerken tegen Louis le Roy. Om dan van de kathedralenbouwer toegebeten te krijgen dat hij absoluut niet met een piramidebouwer vergeleken wil worden, .'Die Egyptenaren waren dom! Die hadden met z'n allen in al de jaren die 't gekost heeft, heel wat anders kunnen bouwen dan telkens weer zo'n piramide. Zon stom ding. Een grafmonument -waar is dat nou goed voor? Zon 40.000 mensen hebben tachtig jaar lang staan te werken voor één piramide. En meneer Le Roy werkt twintig jaar in zijn eentje met twee blotehanden en met geen hulp en heeft dán al de fundamenten gelegd voor een hele ecokathedraal:

<terug naar website www.stichtingtijd.nl>