Boekbespreking uit Archis  mei/juni 2003
<<<<terug naar  www.stichtingtijd.nl

Natuur, cultuur, fusie

De jacht op nieuw subversief bloed is geopend, de cynische grapjassen van de jaren negentig worden overboord gezet! In onzekere tijden verwacht de massa het visionaire weer te zien ontluiken in de figuur van de kunstenaar. Het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst gaf alvast een signaal af door de oeuvreprijs 2000 toe te kennen aan Louis Le Roy. Naar aanleiding daarvan verscheen ook dit boek.


door Bert Gellynck


     Het 112 grote pagina's tellende (tweetalige) Natuur Cultuur Fusie wil het werk van kunstenaar Louis Le Roy op een voor de toegepaste ontwerpwereld toegankelijke manier presenteren. Het voornaamste tekstdeel wordt gevormd door drie essays van de hand van evenveel publicisten die zelf in het vak staan of daar een grote affiniteit mee hebben. Piet Vollaard, Hagen Rosenheinrich en Vincent van Rossem werden door de samenstellers gevraagd Le Roy nader te belichten vanuit de thema's tijd en ruimte. De essays werden aan elkaar gekit met een reeks losse citaten uit vroegere publicaties en interviews met de kunstenaar. De fotograaf; Philippe Véla Mc Intyre, stortte zich dankbaar op Le Roy's fotogenieke meesterwerk de Ecokathedraal en overstelpt de lezer met bladvullende zwart-wit foto's van het vreemde bouwwerk.
     De Ecokathedraal is inmiddels al meer dan denig jaar in wording, en als alles goed gaat zullen Le Roy's volgelingen blijven bouwen tot het jaar 3000. Met blote handen stapelen Le Royen de zijnen op drie hectare weiland oude stoeptegels, betonnen parkeergeleiders en ander straatafval van de omringende gerneenten op elkaar tot een gigantisch bouwwerk, wnder gebruik te maken van een vast plan. De Ecokathedraal is een dialoog tussen natuur en artefact: wanneer de kunstenaar op een bepaalde plek stopt met stapelen, nemen allerhande planten bezit van de constructie. Daanegenover veranderen de stapelingen de vestigingscondities voor de plantengroei, waardoor bepaalde soonen weggedrukt worden en anderen volop floreren.
     De stapelingen zijn echter geen doel op zich. De Ecokathedraal is Le Roy's praktische toetsing van een hypothese over de werking van ecologische processen en dynamische systemen, die hij ontleent aan wetenschappers als Nobelprijswinnaar Ilja Prigogine. Tot zijn oeuvre behoren ook verscheidene publicaties die deze theorieën onderschrijven. Het boek Natuur uitschakelen natuur inschakelen uit 1973 vormt het voorlopige hoogtepunt. Le Roy toont zich een echte holist. Zijn werk is allesbehalve autonoom en het liefst wil hij zijn ideeën betrekken op het hele maatschappelijke bestel. Door zijn ervaring als kunstenaar in de publieke ruimte weet hij waar de bestuurlijke klepel hangt en sdtuwt hij tevens niet om uitspraken te doen over de ruimtelijke plannings- en stedebouwpraktijk.
     De keuze van het Fonds voor Le Roy en het thema van het boek bevestigen het prangend verlangen naar een nieuwe avant-garde: figuren die de oude denkwereld van binnenuit durven ondermijnen. De geschiedenis herhaalt zich, of dat willen we tenminste simuleren: ook bij de doorbraak van het modernisme was de kunst de eerste discipline die de nieuwe tijd kon verbeelden. Net wals Paul Van Ostaijen elke regel van de klassieke dichtkunst tart in inhoud en typografie, zo perverteert Le Roy de tijd- en ruimteregels van het procesdenken van de gemiddelde architect of planner. Le Roy is de perfecte antipode van het gedachtegoed dat momenteel in het beklaagdenbankje zit: a-technologisdt, traag, lokaal, maatschappelijk geëngageerd en wars van elk cynisme. Bovendien bevat het werk een waanzinnigheidsfactor -een eenling stapelt decennialang onverstoorbaar miljoenen stenen op elkaar - en het gestoorde (of subversieve) is nu precies datgene wat een nieuwe tijd inluidt (zoals Julia Kristeva beargumenteerde in haar Revolution in poetic language).
     Verwonderlijk is dat het boek geen interview met Le Roy bevat. De lezer moet het stellen met de interpretaties van de specialisten. De bij elkaar gesprokkelde citaten vormen de enige rechtstreekse bron, doch de innerlijke logica en het eigen referentiekader van de kunstenaar die uit een goed interview hadden kunnen blijken blijven hierdoor wat onderbelicht.

<<<< terug naar  www.stichtingtijd.nl