In de Leeuwarder Courant verscheen het volgende artikel over de verkoop van de voormalige woning van Louis en Inge Le Roy.
Erfgenamen tuinarchitect Le Roy verkopen woning in Oranjewoud na pijnlijke familieruzie: 'Blij dat het eindelijk zo ver is'
André Horjus, 19 januari 2025
De erfgenamen van de bekende tuinarchitect Louis Le Roy zijn het, na vijf jaar juridisch gesteggel, eens geworden over de verkoop van de (groot)ouderlijke woning in Oranjewoud. ,,Dat huis laat ik nu los. Helemaal.’’
De natuur lijkt vrij spel te hebben rond de rentenierswoning aan de Prins Bernhardweg 25, achter het typerende muurtje van gestapelde, rode klinkers. Precies zoals de rebelse tuinarchitect, filosoof en kunstenaar Louis le Roy (1924-2012) het gewild zou hebben. Het is eigenlijk ook meer een jungle dan een keurig aangeharkte tuin.
,,We hebben de afgelopen jaren heus wel iets aan het onderhoud gedaan’’, zegt kleindochter Iris Vogt uit Zaandam. ,,Hier en daar onkruid weggehaald en we hebben klimop van de muren getrokken. Maar als je in zo’n juridisch verhaal zit, heb je geen mogelijkheden voor groot onderhoud als het snoeien van de bomen om meer licht te krijgen. Daar moet dus nog wel wat aan gebeuren. Maar het is niet erg. Mijn opa zei altijd: ‘Soms moet je dingen ook wat laten gaan, ze de ruimte en de tijd geven’. Dat hebben we letterlijk kunnen doen.’’
Louis le Roy - ereburger van de gemeente Heerenveen - overleed in juli 2012, zijn vrouw Inge in september 2019. Samen hadden ze twee dochters: Henriette en Ingrid. Laatstgenoemde stierf een half jaar voor haar moeder, in maart 2019.
Handtekeningen zijn gezet
Louis Le Roy en Inge Le Roy - van Losser in hun woonkamer in Oranjewoud. (Foto: Peter Wouda)
De woning staat sinds vrijdag op Funda. Henriette le Roy en haar tantezeggers, Mark Vogt uit De Bilt en de eerdergenoemde Iris - de twee kinderen van Henriette’s zus Ingrid - hebben na jaren van juridisch gesteggel, onlangs hun handtekeningen gezet onder de verkoopopdracht voor Veenstra Makelaars & Taxateurs in Heerenveen.
In een bodemprocedure, aangespannen door Henriette en haar advocaat Gerard van Kammen, bepaalde de rechter uiteindelijk dat beide partijen, ongeclausuleerd, akkoord moesten gaan met het verkoopplan zoals dat door de makelaar zou worden opgesteld.
Henriette stond en staat nog steeds op het standpunt dat de woning zo snel mogelijk verkocht moet worden. ,,Ik ben ongelofelijk blij dat het eindelijk zo ver is dat het huis weer bewoond gaat worden”, zegt ze. Zij vindt dat het gedachtegoed en de nalatenschap van haar vader - zoals de Ecokathedraal in Mildam - goed en voldoende worden beheerd door de stichting Tijd. Die werd op 31 oktober 2001 door haar ouders opgericht.
Makelaar bedacht compromis
Haar neef en nicht beschouwen ook de woning en tuin in Oranjewoud als cultureel erfgoed, dat voor de komende generaties behouden moet blijven. Woning en tuin zouden kunnen dienen als een soort ontmoetings- en inspiratiecentrum, waarbij het werk van hun bijzondere grootvader voortgezet wordt. Dat was ook de wens van hun grootvader in zijn testament, stellen zij.
Makelaar Eize Veenstra bedacht een compromis: tijdens de eerste vier maanden van de verkoopprocedure zal nadrukkelijk rekening gehouden worden met de wens van broer en zus Vogt. Wanneer zich binnen die tijd geen serieuze kandidaten melden voor dat plan, wordt het losgelaten, bevestigt Veenstra desgevraagd.
,,Mijn broer en ik zijn heel erg blij dat de makelaar dit ideële pad met ons wil bewandelen”, reageert Iris optimistisch. ,,We kijken er naar uit om op een positieve wijze verder te bouwen aan de toekomst.”
‘Maatschappelijk belang’
woning Louis en Inge Le Roy aan de Prins Bernhardweg in Oranjewoud (Foto: Peter Wouda),,Deze plek is zo bijzonder”, vervolgt ze. ,,Het huis heeft weliswaar een woonbestemming, maar het is eigenlijk nooit een normaal woonhuis geweest. De hele wereld kwam daar over de vloer. Zo beroemd was mijn opa. We hopen echt dat er een partij is die zegt: ‘We laten dit erfgoed niet verloren gaan vanwege het maatschappelijke belang’.”
Broer en zus hopen samen met een nieuwe investeerder tot een goed plan te komen. Met de stichtingen Tijd in Mildam en Le Roy in de Bildt en het Nieuwe Instituut in Rotterdam - museum voor design, digitale cultuur - wordt al langere tijd gesproken over een mogelijk programma voor bezoekers, variërend van lezingen en vergaderingen tot workshops en wetenschappelijk onderzoek.
,,Kennelijk”, vervolgt Vogt, waren ook hier tijd en ruimte nodig voor...” Even valt ze stil. ,,Ja, precies waarvoor weten we misschien nog niet, maar kennelijk was dit alles nodig om op de plek te komen waar we nu staan.”
Mocht zich binnen de genoemde termijn geen serieuze partij aandienen, dan willen beide kleinkinderen de Le Roy Academie, zoals ze het nieuwe centrum willen noemen, op een andere plek vestigen.
Kleurrijke glascollectie
Door de ramen is nog altijd de kleurrijke glascollectie te zien die de tuinarchitect in de loop der jaren in de woonkamer, op en rond de vensterbanken, verzamelde. En boven de schoorsteenmantel hangt sinds jaar en dag een geborduurd boeket met bloemen.
Ook de draaifauteuil van manou, waar de tuinkunstenaar altijd zat te filosoferen, en de hoge, antieke stoel van zijn vrouw, bekleed met rood velours, zijn op hun plek gebleven. Alleen de oud-bewoners zijn weg.
,,Mijn ouders zijn er al in 1962 komen wonen”, herinnert Henriette zich. ,,Met mij en mijn zus Ingrid. Ik woonde er van mijn zevende tot mijn achttiende en heb er onvoorstelbaar veel prachtige herinneringen liggen. Het was een liefdevol, warm gezin.”
Koning Albert op bezoek
Vaak kwamen er bijzondere mensen over de vloer, zegt de dochter van de tuinarchitect. ,,Het was de zoete inval. Koning Albert van België en zijn gezin kwamen bijvoorbeeld langs of acteurs als Cees Brusse en Ton Lensink. Heel veel beroemde architecten en fotografen ook. ’Kom je snel terug?’, zei mijn moeder altijd als gasten weg gingen. Er werden ook enorme feesten gehouden. Ik ben er zélf nog getrouwd.”
De rol van haar bijzonder gastvrije moeder mag volgens dochter Henriette niet worden onderschat. ,,Mijn vader was een kritische denker, iemand die tegen de stroom in durfde te roeien, maar zonder mijn moeder kon hij niet. Zij was een soort motor, in ieder geval zijn muze. Ze zijn 64 jaar samen geweest. Onafscheidelijk. Daar heb ik nog altijd zeer warme gevoelens bij, maar dat huis laat ik nu los. Helemaal. Daar horen zo snel mogelijk weer mensen in te wonen. Wat geweest is, is geweest.”