|
- Lezing van Rob Leopold
|
Hieronder volgt de lezing die Rob Leopold heeft
gehouden naar aanleiding van de overhandiging van het boek "Natuur, cultuur,
fusie" in boekhandel 'Architectura & Natura' in Amsterdam, november
2002.
|
"Hoewel het klootjesvolk de macht weer hélemaal gegrepen heeft
wil ik als oudere jongere nog éven terugkijken op wat Peter Schat
eens noemde: 'de grootste creatieve impuls van de twintigste eeuw'
De jaren zestig natuurlijk.
Ik zie Louis Le Roy als een typische vertegenwoordiger van de bevrijdingsslag
die we toen met z'n allen voerden. Heel Europa zuchtte in het keurslijf
der conventies, onder hetjuk van abstracte of persoonlijke belangen en stoffige
regenten. Lucebert had het al vroeg geschreven: hoe alles stilstaat stilstaat
stilstaat verschrikkelijk.
Maar daarmee was het nu voorgoed gedaan. Tussen alle kieren door
brak de vrije creativiteit zich baan. Overal begonnen we tegels te lichten,
kiemkracht te vermoeden, ramen open te gooien en muren te slechten. Het
groen tussen de stenen werd niet meer platgespoten. De stad bestond voornamelijk
uit braakland, open plekken, nieuw initiatief. Blote mevrouwen in de openbare
ruimte. Toen kwam Le Roy, en gaf wat overal was plaats gaan vinden stem.
En wat voor stem! Een daverende stem, een stem die stem gaf aan de
hang tot oerwoud, wildernis en vrije ruimte, en daar een eigen visioen
aan hing. Alles wat niet was ingekaderd en benoemd, de ruimte tussen de
dingen, de grenzeloze potentie van het ongevormde, onvermoede, ongebruikte,
de hele helft van de werkelijkheid die nooit op schrift gekomen was en
nooit zou komen - dat was waar alle aandacht op gericht moest zijn. En
iedereen begreep dat het om vrijheid ging! In welke zin dan ook.
De vrije energie, het élan vital, het Fluxus van Agam, het
witte doek, de achterkant van de geschiedenis. De basis waar de hele bovenwereld
op berustte.
Eigenzinnig avant gardist als hij van nature is trok Louis ten strijde
tegen alles wat een al te duidelijke vorm had aangenomen en een hekje
om zich heen getrokken had. Zijn oogmerk was de volledige ontbloting
van alle macht en elk systeem, het slechten van ieder officieel alibi
om het primordiale kunnen van het volk te onderdrukken. Wanneer de planologen,
de ontwerpers, dat de estheten nu eens met hun poten van de wereld afbleven
- dan zou je eens wat zien! In zalen door heel Europa veegde hij zonder
aanzien des persoons de vloer aan met de specialisten die hem hadden uitgenodigd.
Allemaal waren ze gevangen in het een of ander kader, ieder had een voorgebakken
eindbeeld voor zijn ogen. Zo'n beetje iedereen was bezig met de vorm. Zelfs
ecologen, kampioenen der zelfregulering, vonden in zijn ogen geen genade.
Altijd zat er wel een vuiltje in de leiding. Niemand stond als hij garant
voor het Proces, voor ongelimiteerde Tijd, en voor het Open
Einde.
Talloze mensen werden diepgaand aangestoken door Le Roy's archetypische
appel. 'Ich muss mein Leben andern', had Rilke ooit gezegd,
en velen gaven aan de poëzie gehoor. En al zijn de brandnetels niet
verdwenen, en gingen de meesten later toch weer over tot de orde van de
dag, in hun hart zullen ze die Heerenveener altijd dankbaar blijven. Heel
even zijn ze echt een anarchist geweest. En dat is zeker onder de tegenwoordige
omstandigheden zo'n beetje het allerhoogste wat je in je leven kunt bereiken.
Of velen de finesses van Louis' visioen begrepen hebben kan betwijfeld
worden, maar daar ging het ook niet om. Ze hebben allemaal althans hun
eigen weg gevolgd. En vaak waren daar hele móoie wegen onder. Ik
denk bijvoorbeeld aan de buurttuinen van Ben Veld in Arnhem. Nog dikwijls
wordt me bij lezingen in het buitenland gevraagd: 'En Le Roy, hoe is
het dáar nu mee?' Onlangs nog waren de hoog beschaafde leden
van de Karl Foerster Stiftung daarin zéer geïnteresseerd.
Zo kunnen balletjes en zaadjes door de vrije ruimte rollen. De kunstenaar,
niet als objectverschaffer, maar als katalysator, zelf niet wetend waar
zijn actie nog toe leidt. Hij kan alleen zo hier en daar een áanzet
geven, en verder blijft de toekomst duister, en blijven koeien almaar hazen
vangen. Als ik het goed begrijp, is dat precies zoals Le Roy het ziet.
En hoe is het nu met Le Roy? Nou, met tuintjes heeft het allemaal
niets te maken! Zelf heeft hij het over een soort duizendjarig Rijk,
maar daarin is ie denk ik te bescheiden. Laat ik eens trachten te analyseren
waar het daar in Mildam nu eigenlijk op neerkomt. Het ecologisch, natuurlijk
Proces zoals Le Roy dat verstaat is een alomvattend, eeuwig, zelfregulerend,
ongrijpbaar en onbeschrijfelijk dynamisch Continuum zonder vast einddoel
en zonder begrenzing, gedreven en gedragen door uitsluitend vrije energie,
waarin in principe alle planten, dieren en mensen gezamenlijk deelnemen.
Je zou het haast kunnen omschrijven als een Tautologische Totaliteit,
ware het niet, dat er éen duidelijk lineaire, zelfs historisch
verankerde programmering in lijkt waar te nemen. Het geheel is door de tijd
op reis, het is op weg van simpele eenvoud naar de hoogst mogelijke Complexiteit.
Van dit Proces is de eco-kathedraal a.h.w. de belichaming. De eco-kathedraal
ontvouwt zich uitsluitend spontaan en van binnen uit, in de ruimte, maar
met name in de tijd, en neemt daar ook alle tijd voor. Haar voltooiïng
zal altijd buiten ons gezichtsveld blijven liggen. Wij kunnen hoogstens
wat eerste stappen in haar richting blijven doen, maar zullen de rest
moeten overlaten aan generaties na ons. Onze nazaten zullen echter in
dezelfde positie verkeren als wijzelf, aangezien de Eco-kathedraal nu eenmaal
geen vast einddoel kent. Ze heeft geen vaste vorm, haar contouren wisselen
voortdurend van positie, er is aan haar geen binnen en geen buiten te onderscheiden,
grijs en groen zijn onlosmakelijk in haar verweven, en er staan ook geen
markante hekjes om haar heen. Haar ruimte is eenvoudig onbegrensd; niets
aan haar staat vast. Zij is voor altijd vrij. De kathedraal bevat geen
afgodsbeelden in de vorm van in zichzelf afgeronde objecten. Misschien
is het object nog geen misdaad, maar een misverstand is het zeker. De deelnemers
in het Proces zijn volstrekt onthecht, want iedere vorm die ontstaat verdwijnt
weer in een andere vorm, en zo hoort het. Wie zich vast zou houden, waaraan
dan ook, stolt onmiddellijk tot estheet en buitenstaander. Directe deelname
in het Proces is het enig waarmerk voor een ecologisch vrij bestaan.
De eco-kathedraal is, kortom, het soort absoluut perfecte, mystieke
bouwwerk waar de wereldgescbiedenis vol van is. Het voldoet aan alle regels,
al zijn die regels natuurlijk nog nooit ergens neergelegd. Het is de bekende
weg, waar iedereen naar vraagt, die ieder spontaan in zijn hart meedraagt,
maar die niemand volgt. Ze is volstrekt democratisch, en tegelijkertijd
volstrekt esotherisch. Geheel in mystieke trant is de kathedraal geheel
leeg en mag zij geen naam hebben. Alleen ingewijden kennen haar van binnen
en van buiten. Ook de verkondiger van het Proces heeft een vertrouwd
karakter. Hartstochtelijk lekebroeder, engagé dans le monde,
reist hij door Europa, trekt volle zalen, strooit opwekkende of opruiende
traktaten en vlugschriften in het rond, doch blijft maar steeds een roepende
in de woestijn. Zijn evangelie van de ware Ecologie, van het ware
Proces, heeft, ondanks vele decennia van geestdrift en inspanning, naar
zijn eigen zeggen nog nergens ook maar enige vaste voet aan de grond gekregen.
Ook al verwerpt hij iedere associatie met de zichzelf zoekende of verwerkelijkende
filosoof of kunstenaar, hij staat er volstrekt alleen voor! He 's a real
nowhere man. De wereld wil hem niet, die is te ingeperkt, te zeer gevangen
binnen kaders. De markt regeert. De wereld is verslaafd
aan het object. Vrijheid is wel het laatste wat in trek is. Geheel
in de trant der traditie heeft de verkondiger zich devoot teruggetrokken
in het achterland om, als het volk niet luistert, de concrete verwerkelijking
van de uiteindelijk allerhoogste Complexiteit dan maar persoonlijk ter
hand te nemen. Diep in zijn hart weet hij zich de eenzame wegbereider van
een geheel nieuwe cultuurperiode. Feilloos onderscheidt zijn scherpe blik
nog steeds het kaf van koren, alle bokken die geschoten worden van de onbevangen
geiten aan de basis. Tegenover het zwijgend netwerk der ware, veelal naamloze
adepten in hun onderaardse of achtertuinse kerkjes en kapellen staat, topdown,
de onveranderlijke, starre meute van zg. specialisten, ecologen, tuiniers,
hoveniers, beheerders, adviseurs, tuin- en landschapsarchitecten, planologen,
architecten. estheten, wetenschappers en politici, sommigen bewust verstokt
en verkokerd in eigen machtswellust en zelfgenoegzaamheid, anderen hopeloos
verstrikt in politieke en economische machtssystemen, die hun eigen kracht
en creativiteit te boven gaan.
Ook daarbuiten lijkt er weinig heul. De arme burgers leven in een
flinterdunne éénlaagswerkelijkheid. Hun wijk, hun huis
is ze opgedrongen door plannenmakers en projectontwikkelaars met andere
belangen dan de hunne. Hun tuin, hun park is een verstard ontwerp, door
hoveniers krampachtig in dezelfde staat gehouden. Het gazon dat ze is
aangepraat onthoudt zichzelf de kans tot verdere ontwikkeling. Het zogenaamde
ecologisch maaibeheer ontneemt kruiden de kans zich spontaan tot ruigte
te ontplooien.
Voor de Verkondiger der vrije dynamiek is de wereld stil blijven
staan. We zijn nog steeds geen steek verder. En wie om zich heen kijkt,
en de kranten leest, kan dat laatste alleen beamen. Hoe je het verder ook
bekijkt. Aan de oppervlakte van de wereld heeft het klootjesvolk weer alle
macht hemomen. De eco-kathedraal voldoet gewoon aan een behóefte.
Wie er ook, hoe dan ook, een eigen vorm aan geeft.
|
|
|