Begin jaren zestig wordt in het zuidelijk deel van Heerenveen druk gebouwd aan de nieuwbouwwijk Heerenveen Midden. In 1964 zijn de bouwwerkzaamheden zo ver gevorderd dat het tijd wordt de inrichting en aankleding van de openbare ruimte gestalte te geven. In een notitie aan zijn college van Burgemeester en Wethouders lijkt het de toenmalige directeur gemeentewerken gewenst “... over te gaan tot het oprichten van een beeldhouwwerk, een plastiek of dergelijke. “
De heerschappij van wat ik straks de wereldtijd zal noemen, heeft mij echter ingehaald en al mijn fraaie plannen voor de Arendtstudie weer eens op de lange baan geschoven. Volgend jaar is het namelijk vijf eeuwen geleden dat Thomas More het begrip ‘utopie’ bedacht en zijn beroemde boek ‘Utopia’ schreef. Omdat ik veel over utopisch denken heb geschreven, werd ik de afgelopen maanden bedolven door uitnodigingen voor lezingen, artikelen en symposia om dit te herdenken. Daar ben ik veelal op ingegaan, met als gevolg dat de Arendtstudie op een laag pitje is komen te staan.
Uitgesproken op het 11 TIJD-symposium op 31 oktober 2014 in Heerenveen
Op de eerste augustus van het jaar 1793, vier jaar na het uitbreken van de Franse revolutie, verordonneerde de Nationale Conventie de vernietiging van de graven van de vroegere Franse koningen. Zelfs de macht van de doden moest worden gebroken. Dus de graven en de tombes, de beelden en de ingekerfde stenen werden meedogenloos geschonden. Ze werden van hun laatste plaats gehaald, afgebroken, uit de grond gerukt. De adel? Weg ermee! Dat het een dode adel was., dat deed er niet toe. De beenderen werden opgegraven, op een hoop gegooid en in een sloot gesmeten. De maan verspreidde een bleek, melkachtig licht terwijl de bomen zich dreigend aftekenden tegen een inktblauwe lucht. Drie nachten zijn ze tekeer gegaan, de Jacobijnen, de tegenstanders van de koning, de revolutionairen. Zij die dachten dat het de Rede was die hen dreef. Drie nachten in augustus. Daarna vertrokken ze weer. Met een schone lei. Een nieuwe jaartelling. En een nieuwe verwachtingshorizon.
Op 29 juni 2005 hebben burgemeester Peter de Jonge van de Gemeente Heerenveen en Louis Le Roy namens de Stichting TIJD een intentieverklaring ondertekend om het ecokathedrale proces van de Le Roy tuin gedurende 100 jaar te garanderen.
Dit artikel van Louis le Roy verscheen in mei 1985 in het friese architectuurtijdschrift BOUD
Wilde tuinen
In 1984 – het jaar waarin Orwell’s geesteskind nog eenmaal mondiaal heeft rondgespookt en zich waarschijnlijk hogelijk verbaasd heeft over de politieke realiteit – werd in verschillende Duitse steden fanatiek over stedelijke ecosystemen gecongresseerd. Is het moeder natuur in het tijdperk van de emancipatie gekleed in een fraai modieus wetenschappelijk mantelpakje weer eens gelukt om het strijdperk van de economen – de menselijk habitat – uitdagend te betreden? Volgens de Britse zoöloog en essayist Dr. Denis Owen is de natuur – uiterlijk bekeken – nooit uit de stad weg geweest.
De gedachte achter de wilde tuin wordt verwaarloosd
Door F.G.De Ruiter
Waar is hij nu, de man die vijf jaar geleden furore maakte in ons land door van de verwaarloosde tuin, het overwoekerde stadsparkje de hoogste wijsheid maakte. Louis Le Roy , veel verguisd, veel nagevolgd, is nog steeds leraar creatieve vakken en adviseert allerlei plaatselijke experimenten die ingaan tegen de saaie, vierkante grasveldjes. En hij bevecht één ding: “De mensen willen te snel resultaat zien”.